Rijmtechnieken in “Herinnering aan Holland”: als spreektips voor spreken in het openbaar

Bij de Amsterdamse Brugman Club zijn we altijd op zoek naar manieren om onze leden te inspireren en te verrijken. In september hebben we een boeiende workshop over gedichten georganiseerd, waar de deelnemers de kans kregen om dieper in de wereld van de poëzie te duiken. Een van de hoogtepunten van deze workshop was een grondige analyse van “Herinnering aan Holland” van Hendrik Marsman. Wat we ontdekten, was een schatkist aan rijmtechnieken die ook bij het spreken in het openbaar van pas kunnen komen. Wat is het gedicht en welke gebruikt Marsman?

Eerst maar het gedicht:

Denkend aan Holland
zie ik brede rivieren
traag door oneindig
laagland gaan,
rijen ondenkbaar
ijle populieren
als hoge pluimen
aan den einder staan;
en in de geweldige
ruimte verzonken
de boerderijen
verspreid door het land,
boomgroepen, dorpen,
geknotte torens,
kerken en olmen
in een groots verband.
De lucht hangt er laag
en de zon wordt er langzaam
in grijze veelkleurige
dampen gesmoord,
en in alle gewesten
wordt de stem van het water
met zijn eeuwige rampen
gevreesd en gehoord.

Herinnering aan Holland – H.Marsman (1937)

Foto door Tom Swinnen op Pexels.com

Bekende rijmvormen

1. Eindrijm:
De meest traditionele vorm van rijm. Woorden aan het eind van regels rijmen met elkaar, wat een gevoel van harmonie en afsluiting creëert.

2. Alliteratie:
Een rijmtechniek waarbij de beginmedeklinkers van woorden overeenkomen. Dit geeft een melodieus en ritmisch effect.

3. Assonantie:
Dit gaat over de herhaling van klinkerklanken binnen woorden. Het voegt een bepaalde muzikaliteit toe aan de zin zonder de directheid van eindrijm.

4. Binnenrijm:
Hierbij rijmen woorden binnen dezelfde regel met elkaar. Het kan helpen om een gedicht of toespraak levendig te houden en de luisteraar alert. “Merck toch hoe sterck nu in’t werck zich al stelt, die t’allen tij zo ons vrijheid heeft bestreden.” (uit: Geuzenlied uit Tachtigjarige Oorlog)

Laten we nu kijken hoe “Herinnering aan Holland” deze technieken benut:

Eindrijm: De regels “Denkend aan Holland zie ik breede rivieren traag door oneindig laagland gaan/rijen ondenkbaar ijle populieren als hoge pluimen aan den einder staan” tonen eindrijm in het gedicht.

Alliteratie: Merk de herhaling van de l op in “De lucht hangt er laag en de zon wordt er langzaam in grijze veelkleurige dampen gesmoord.

Assonantie: In de zin “traag door oneindig laagland gaan”, wordt de “aa” klank herhaald, wat een zekere melodie aan de regel toevoegt.

Binnenrijm: “Denkend aan Holland zie ik breede rivieren traag door oneindig laagland gaan”. Maar let ook op de herhaling van de ‘On’-klank en de IJ-klank in de zin: ” oneindig laagland gaan, rijen ondenkbaar ijle populieren als hoge pluimen aan den einder staan; en in de geweldige ruimte verzonken
de boerderijen

Conclusie:

Bij het spreken in het openbaar is het niet alleen belangrijk wat je zegt, maar ook hoe je het zegt. De rijmtechnieken, zoals die prachtig worden geïllustreerd in “Herinnering aan Holland”, kunnen worden gebruikt om je toespraken ritme, melodie en memorabiliteit te geven. Het gebruiken van alliteratie of assonantie kan een punt benadrukken, terwijl eindrijm een krachtige afsluiting kan bieden.

Rijmen is niet alleen voor dichters. Het is een krachtig hulpmiddel dat elke spreker in zijn arsenaal moet hebben. Geïnspireerd door onze recente workshop en de groten uit onze literaire geschiedenis, moedigen we bij de Amsterdamse Brugman Club iedereen aan om te experimenteren met deze technieken en zo je publiek op een bijzondere, belezen maar toch blijmoedige manier te boeien (en dat, waarde lezer, is een alliteratie…)